Beschrijving Algemeen:
Moerstraten wordt voor het eerst vermeld in 1359 en is vanaf 1926 een zelfstandig kerkdorp.
De kern van het dorp ligt aan de Moerstraatseweg en voorts heeft het dorp een lintbebouwing.
Eeuwenlang heeft Moerstraten bestaan dankzij de agrarische functie, vele boerderijcomplexen
herinneren daaraan.
De Moerstraatseweg verbond het dorp met Wouw in het oosten met Steenbergen in het noorden-westen
en via de Moerstraatsebaan kon Bergen op Zoom in het zuiden worden bereikt.
Exterieur
De langgevelboerderij aan de Moerstraatseweg 14 is in oorsprong gebouwd in de 18de eeuw,
in februari 1948 is de stal door een storm ingestort.
In 2000 is het complex (voormalige boerderij en schuur) grondig gerestaureerd in
opdracht van de familie Martinus onder leiding van A. en N. Drijvers, architecten
te Oisterwijk en gerealiseerd door P. Aerts, aannemer te Roosendaal.
In de bouwmassa is zichtbaar dat het woongedeelte is gerestaureerd en de voormalige stal is herbouwd.
Bij de laatste verbouwing zijn de gevels van het oude deel gereinigd en van nieuw voegwerk voorzien.
De schuur die zich links van de boerderij bevindt is gebouwd in het begin van de 20ste eeuw.
De langgevel boerderij staat op een rechthoekig grondvlak en omvat een begane grond en een zolderverdieping.
Het overstekende rietgedekte dak ligt met de nok haaks op de weg en is aan de achterzijde afgewolfd.
Voorgevel (kopse gevel)
Deze gevel met vlechtingen is in kruisverband gemetseld en wordt afgesloten met een tuit die wordt
gevormd door een vernieuwde schoorsteen.
Het linkerdeel van de gevel is op de begane grond met gele baksteen gemetseld,
het overige muurwerk van deze gevel is in rode baksteen opgetrokken.
Vermoedelijk is het gele metselwerk herstelwerk omdat ook de borstwering van de vensters op de
begane grond met gele baksteen is gemetseld.
Op de begane grond bevinden zich een vierkante vensteropening en twee staande vensteropeningen,
op de zolder is één smalle vensteropening aanwezig.
Alle zijn onder een rollaag geplaatst en voorzien van een lekdorpel van keramische raamdorpelstenen.
De vensteropeningen kunnen met luiken afgesloten worden.
In de gevel bevinden zich acht gevelankers.
Zijgevels en achtergevel algemeen
De zijgevels van het oude deel zijn in kruisverband gemetseld en voorzien van een gecementeerde plint.
Het nieuwe deel is met rode baksteen in staand verband gemetseld en platvol gevoegd.
Linkerzijgevel
Het woonhuis heeft drie gevelopeningen en een kelderlicht bij de voorgevel, de voordeur
bevindt zich in de tweede gevelas en heeft een bovenlicht met een levensboom.
De stal heeft een deur, twee vierkante vensteropeningen en een klein, halfrond stalvenster met
een stalen raam dat een gevorkte tracering heeft.
Alle gevelopeningen zijn onder een rollaag geplaatst, de vensteropeningen hebben,
net als in de voorgevel, een lekdorpel van keramische raamdorpelstenen.
Alle deuren en de vensters zijn vernieuwd. Het dakvlak wordt door drie recente tuimelramen doorbroken.
Rechterzijgevel
Het woonhuis heeft bij de scheidingsmuur met de stal twee vensteropeningen onder een rollaag, met keramische raamdorpelstenen. De vensteropeningen kunnen met luiken worden afgesloten. De stal heeft vier gevelopeningen. Drie kleine, aan de bovenzijde getoogde stalvensters met een bakstenen lekdorpel, en een poort onder een segmentboog in de derde gevelas.
Het dakvlak wordt doorbroken door een vernieuwd, op het vleermuisvenster geïnspireerd dakkapel. De vulling van alle gevelopeningen is vernieuwd.
Achtergevel
In de asymmetrische achtergevel bevindt zich op de begane grond een getoogde deuropening,
thans met glasvulling, rechts daarvan is een halfrond stalvenster met vorktracering.
Centraal in de gevel op de zolder bevindt zich een hooiluik met een bakstenen lekdorpel.
Links in de achtergevel, tussen de begane grond en de zolder, bevindt zich in een spitsboognisje een Mariabeeld.
Mogelijk bevond deze zich oorspronkelijk in de kopse- of achtergevel van het oude deel.
Interieur
In de voormalige boerderij bevinden zich nog enkele gebinten uit de bouwtijd van het pand.
Schuur
Op het erf van het boerderijcomplex bevindt zich een schuur die bestaat uit een begane grond en
een zolderverdieping onder een zadeldak dat haaks op de straat staat en gedekt is met gesmoorde pannen.
In de voorgevel, die vanaf de openbare weg zichtbaar is bevinden zich een toegang en vijf
betonnen segmentboogvormige stalramen met een roedenverdeling.
In de top van de gevel bevinden zich twee rondboogvormige ijzeren stalramen met een
waaiervormige roedenverdeling.
De overige gevels zijn vanaf de openbare weg niet zichtbaar.