Locatie: | Bosstraat 24, 4707 RL Roosendaal | CBS Typering: | Station Roosendaal, Locomotievenloods | Bouwjaar: | 1907 | Architect: | G.W. van Heukelom | Soort monument: | Rijksmonument | Monumentnummer: | 526022 | Geplaatst d.d.: | . | Kadastrale aanduiding: | Roosendaal, sectie B, Nr. 8146 |
Beschrijving
Inleiding.
Rechthoekige LOCOMOTIEVENLOODS met WERKPLAATS op L-vormige plattegrond uit 1907, naar ontwerp van ir. G.W. van Heukelom. In 1931 zijn enkele wijzigingen gerealiseerd zoals een uitbreiding van de kantoor- en personeelsruimte. De rookkappen werden in 1957 uit de spantenconstructie verwijderd wegens het opheffen van de stoomtractie. In 1979 werd de werkplaats gesloten waarna de loods tot in 1994 voor diverse andere doeleinden gebruikt werd.Omschrijving.
Grote loods (60 x 35 meter, 16 meter hoog) op rechthoekige plattegrond met tegen de zuidgevel aangebouwde bedrijfsruimten (85 x 25 meter). Het gebouw bestaat uit een hal met op de spantbenen geplaatst en twee treden tellend getrapt dak met afschot. Het gebouw is geheel opgebouwd uit een stalen vakwerkconstructie, gevuld met baksteen in Waalformaat (op de begane grond) en glas. De westelijke gevel heeft zes houten openslaande poorten, in het verlengde van de sporen die tot in de loods lopen. De noordelijke gevel telt zeven traveeën en twaalf vensterassen en heeft op de begane grond rechthoekige ramen, erboven rondboogramen. Alle ramen met metalen kozijnen. De oostgevel heeft twee poorten en in de overige vier vakken rondboogramen. De topgevels bestaan uit grote raampartijen in metalen kozijnen die het gehele vakwerk opvullen. De rijtuigherstelwerkplaats aan de zuidzijde van de loods ter breedte van twee sporen is twee lagen hoog, uitgevoerd in vakwerk met baksteen onder plat dak. In de bakstenen muren zijn twaalf raamassen herkenbaar. Elke travee heeft hier beneden twee gekoppelde staande vensters boven een borstwering. Op de verdieping een gedeeld thermenvenster met ijzeren onderverdeling. Kapconstructie afgedekt met asfaltbekleding op houten ondergrond. Vier driehoekige glazen lichtkappen. De eenlaagse platgedekte aanbouw is tussen de herstelwerkplaats en de locomotievenloods gebouwd en heeft op de begane grond bakstenen gevels met houten ramen met in de bovenlichten een kleine roedenverdeling. Op de verdieping een stalen vakwerk met glaspartijen. Twee hoge schoorstenen zijn hier aangebouwd. Inwendig heeft de loods een overkapping op zeven dubbele stalen vakwerkkniespanten, steeds op 10 meter afstand van elkaar en verbonden door hoofdgordingen in vakwerkconstructie, op de helft van de lengte gekoppeld door secundaire spanten. De hoofdspanten van gegoten ijzer staan op een gemetselde fundering en zijn vanaf de vloer opgericht. De minder brede kapspanten (20 meter) zijn opgelegd op zware steunberen. Boven de inrijdeuren bevindt zich aan de binnenzijde een ijzeren galerij met balustrade. De vloer is belegd met betonnen stoeptegels en van een bakstenen rand voorzien, ter weerszijden van de spoorstaven. Tussen de spoorstaven is de vloer verdiept tot smeerput dan wel onderhoudsgoot. De rijtuigherstelwerkplaats telt acht zware en zes lichte vakwerkspanten. Aan de zijde van de locomotieven loods staan vijf triomfboogvormige portalen met hieronder ingebouwde ruimten als kantoren en opslagruimten. In de zuidwesthoek een betegelde sanitaire ruimte. In de lengte van de herstelwerkplaats een werkgoot.Waardering.
De locomotievenloods annex rijtuigherstelwerkplaats is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als uitdrukking van een sociaal-economische, technische en typologische ontwikkeling, met name vanwege de constructie met dubbele stalen hoofdspanten en scharnierende opleggingen. Daarnaast heeft het gebouw architectuurhistorische waarde wegens de plaats die het inneemt in het oeuvre van de architect. Het is een inmiddels zeldzaam voorbeeld van een ontwerp waarbij Van Heukelom een vakwerkconstructie in staal combineert met steen en glas en heeft derhalve ook industrieel-archeologische waarde. Het is het enige voorbeeld van een dergelijke rechthoekige loods in het werk van de architect. Het heeft ensemblewaarde als een belangrijk onderdeel van het gehele complex en is een zeldzaam voorbeeld van een locomotievenloods met een voor die tijd bijzondere constructie met een ruime overspanning van 35 meter en een bijzondere lichtheid gecombineerd met een optimaal gebruik van daglicht.