Locatie:Kade 23, 4703 GA Roosendaal
CBS Typering: Klooster Redemptoristen
Bouwjaar: 1877; muur: 1903
Architect: van der Vaart
Soort monument: Gemeentelijk monument
Monumentnummer: .
Geplaatst d.d.: 25 oktober 1994
Kadastrale aanduiding: Roosendaal, Sectie D, Nr. 4979

Typering

Een twee en gedeeltelijk drielaags klooster met een onregelmatige U-vormige plattegrond waarop een samengesteld dak met kruispannen. Het naar de straat toegekeerde gedeelte in de stijl van de ernaast gelegen kerk, de andere gevels zijn zeer sober.

Tot het complex behoort ook de ommuurde kloosterhof.

Historische omschrijving

Het klooster werd gebouwd voor de paters Redemptoristen naar ontwerp van architect Van der Vaart.

In februari 1877 werd de eerste steen van het huidige gebouw gelegd. De bijbehorende kerk, toegewijd aan de O.L. Vrouwe van Altijddurende Bijstand, was reeds eerder gereed gekomen. De vensters in de achter- en zijgevels van het klooster zijn vereenvoudigd en deels uitgebroken en vergroot rond 1960, ook het interieur is aan de eisen van de tijd aangepast.

De monumentale waarde is vooral gelegen in het gaaf bewaarde bouwdeel naast de kerk. De bakstenen tuinmuur is gebouwd in 1903, deze muur schermt de tuin aan alle zijden af, de tuinaanleg stamt uit de bouwtijd van het klooster en de kerk.

Omschrijving exterieur

De gevels zijn opgetrokken uit baksteen.

De voorgevel van het kloostergedeelte naast de kerk wordt geleed door hoeklisenen eindigend in een klimmend rondboogfries, de puntgevel is aan de zijden afgeplat en heeft in het midden drie treden met een tandlijstdecoratie, de bovenste trede wordt bekroond door een hardstenen kruis, achter de topgevel een zadeldak.

De gevel heeft een bakstenen plint met rechthoekige luchtroostertjes, centraal een trap met drie uitpandige treden voor de paneeldeur in een rondboogportiek. De deur heeft een bovenlicht in rondboogvorm met romaanse houten tracering, deze tracering treft men ook aan de in bovenlichten van de rondboogvensters aan weerskanten van de deurpartij.

Deze ramen zijn, net als de overige vensters van de voorgevel, geheel voorzien van glas-in-lood. Alle vensters hebben hardstenen onderdorpels. Op de eerste verdieping drie gekoppelde rondboogvensters met afgeplat hardstenen deelzuiltje en afsluitende koppenlaag in lichtere kleur baksteen, ter plaatse van de zolderverdieping een driedelig rondboogvenster, daarboven een bakstenen cirkeldecoratie.

Nabij de topgevel gaan de lisenen langs de zijgevel over in een rondboogfries dat de topgevellijn voegt. De getrapt gemetselde topgevelbeëindiging wordt bekroond met een natuurstenen kruis.

In de zijgevels van dit kloostergedeelte gekoppelde rondboogvensters, die gedeeltelijk zijn dichtgemetseld. Bij de daklijn afwisselend topgevels en dakkapellen met driehoekig fronton. De laatste drie traveeën zijn hoger opgetrokken dan de voorgaande.

Links van de voorgevel een haakse eenlaagse aanbouw onder plat dak met gekoppelde rondboogvensters, die aansluiten op het transept van de kerk.

De achtergevel bestaat uit een blind gedeelte met aangebouwd een lager risalerend deel onder zadeldak met kruis op de nok. Boven de kelderdeur een rondboograam met tracering en glas-in-loodbeglazing. In een rondboognis drie dichtgemetselde rondboogramen, bij de nok een klein staand raam met natuurstenen werken aan onder- en bovenzijde.

De vormgeving van de overige gevels is zeer sober, naar de tuin toe sluiten twee bouwdelen in L-vorm aan op het bovenbeschreven deel. Boven de risalerende bakstenen plint vier traveeën in het haakse deel en zeven traveeën in het parallelle deel. De drie bouwlagen hebben vensters van afnemende hoogte, op de begane grond en de eerste etage getoogde schuifvensters, vlak onder de dakrand slechts licht getoogde vensters. Onder de daklijst een gemetselde sierlijst.

In het haaks aangebouwde gedeelte in het midden een gevelsteen met de volgende tekst: "PetrUs OoMen BeoUIn GLaLI hUnG - hI- DIeUs IcGiz".

Voor dit bouwdeel staat een wit stenen Mariabeeldje op een bakstenen sokkel. Maria heeft de handen gevouwen, rond het hoofd een metalen aureool.

In de achtergevel van het parallelle deel drie brede vernieuwde vensters en in het dakvlak een dakkapel onder zadeldak. De zijgevel van dit deel heeft een andere gevelindeling en is tweelaags, voorzien van getoogde T-vensters.

Omschrijving interieur

In de gang tussen de kerk en het klooster bevinden zich enkele waardevolle heiligenbeelden uit de 19de eeuw.

- Een ca. 180 cm. hoog gepolychromeerd houten beeld van Maria met sluier en Kind, beide met metalen kroon waarop stenen.

- Een kruisbeeld met Corpus van lindehout.

- Een wit marmeren beeld van ca. 128 cm. hoog, in 1985 verworven van de familie Dreesmann uit Amsterdam, voorstellende Maria die het Kind voor zich uit houdt.

De bakstenen tuinmuur uit 1903 heeft een ezelsrugafdekking en wordt geleed door baksteen staanders en verdiepte velden met tandlijst.

De kloostertuin is aangelegd met slingerende grindpaden. Er is een kleine vijver en een deel is ingericht als moestuin. Ook is er een tuingedeelte met bloemen en hagen; rozen, rhododendrons, liguster en buxus.

In de tuin een vooroorlogs beeld van gewapend beton voorstellend de gekruisigde Christus. Er staan diverse oude loofbomen, zoals bij de vijver een treurwilg met een omtrek van 2,5 meter.

Bij de tuinmuren staan omvangrijke bomen o.a. twee beuken met een omtrek van 3 meter, bovendien lindebomen, essen, beuken, een walnoot, een esdoorn en kastanjebomen.

Redengevende omschrijving

Het klooster is van belang vanwege sociaalhistorische waarde en de Neo-Romaanse stijl.

  • TERUG